Provincie prioriteert energie-infrastructuurprojecten in pMIEK 2.0

Rutger Diepenhorst 14-02-2025
170 keer bekeken 0 reacties

Vanwege de groeiende vraag naar (duurzame) elektriciteit staat het elektriciteitsnetwerk de laatste jaren onder druk. Er is grote behoefte aan extra capaciteit op het net. Het is echter onmogelijk om het net overal tegelijk te verzwaren.

Energiebesparing

Verduurzamen industrie/bedrijven

Energiesysteem

Elektriciteitsnet
Netcapaciteit

Daarom geeft de provincie Noord-Brabant met het zogeheten pMIEK 2.0 aan welke ontwikkelingen prioriteit zouden moeten hebben.

 

In het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) geeft de provincie prioriteit aan ontwikkelingen die de grootste impact voor Brabant hebben en afgeleid daarvan welke energie-infrastructuurprojecten daarvoor van belang zijn. Voortbouwend op het pMIEK 1.0 (2023) is in het pMIEK 2.0 prioriteit gelegd bij grootstedelijke ontwikkelingen (wonen, werken en mobiliteit) waarvoor bestuurlijke afspraken zijn gemaakt, zoals de NOVEX-woondeals, het Beethovenconvenant, verduurzaming van de industrie via de Cluster Energie Strategieën (CES) en de opwek van hernieuwbare energie op land (RES).   

Vanwege de huidige transportschaarste richt het pMIEK 2.0 zich vooral op de elektriciteitsinfrastructuur voor de periode tot 2035, aansluitend op de tijdshorizon van de nieuwe investeringsplannen van de netbeheerders. Daarmee sluit het pMIEK aan op lopende projecten, verkenningen en onderzoeken van regionaal belang.   

Focus op de vorming en benutting van deelnetten 

Zowel op het hoogspanningsnet (in beheer van TenneT) als op delen van het midden- en soms zelfs laagspanningsnet (in beheer van Enexis) is momenteel sprake van transportschaarste. Om de transportcapaciteit op het hoogspanningsnet te vergroten zal TenneT de komende jaren dit net in Brabant ‘opknippen’ in een aantal deelnetten (voorheen pockets genoemd). Elk deelnet zal gevoed worden vanuit een 380kV-station (hoogspanningsstation) en voorziet de 150kV-stations (onderstations) binnen het deelnet van transportcapaciteit. Met de bouw van vier nieuwe hoogspanningsstations hoeven er minder onderstations aangesloten te worden op één hoogspanningsstation en komt er meer capaciteit beschikbaar per onderstation. 

Het is van groot belang dat deze extra transportcapaciteit door middel van deelnetten wordt gerealiseerd. Voor het aansluiten van klanten op het midden- of laagspanningsnet is Enexis naast uitbreiding van het eigen net namelijk ook afhankelijk van de beschikbare transportcapaciteit op het hoogspanningsnet van TenneT. In die gevallen kan Enexis pas nieuwe klanten aansluiten als TenneT de uitbreiding van haar netten gereed heeft. Enexis sluit daarom aan op de planning van TenneT en geeft prioriteit aan de projecten voor het aansluiten van de grootstedelijke ontwikkelingen rondom de Stedelijke Regio Breda-Tilburg en Metropoolregio Eindhoven. Andere projecten lopen gewoon volgens de planning zoals opgenomen in de investeringsplannen van de netbeheerders.   

Onderzoeks- en verkenningsprojecten 

Naast de elektriciteits-infrastructuurprojecten is in het pMIEK 2.0 ook een aantal onderzoeken en verkenningen opgenomen. Twee daarvan waren ook opgenomen in het pMIEK 1.0 en betreft het ditmaal een verdieping of juist verbreding van het project. 

Zo is in het pMIEK 1.0 de verkenning naar de regionale distributie van waterstof via buisleidingen opgenomen. In opvolging hiervan is in het pMIEK 2.0 een aantal clusters geïdentificeerd waar een aftakking op de Delta Rhine Corridor (DRC) en bijbehorend regionaal distributienet aanzienlijke mogelijkheden biedt om de CO₂-uitstoot te verminderen door aardgas te vervangen door waterstof. 

Ook volgend uit het eerste pMIEK is de infrastructuur die benodigd is voor de betrouwbare warmtelevering voor het Amernet. Er wordt nu naast de aanleg van een buisleiding voor warmte vanuit Moerdijk gekeken naar de mogelijkheden voor geothermie en E-boilers. 

Nieuw opgenomen in het pMIEK is een onderzoek naar de haalbaarheid van een ammoniak- en/of multipurposebuisleiding voor het vervoer van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft te kennen gegeven dat een ammoniak- en multipurposebuisleiding niet langer onderdeel uitmaken van de scope van de Delta Rhine Corridor. Omdat er nog wel ruimte overblijft in de DRC-strook voor toekomstig transport van gevaarlijke stoffen per buisleiding zal de provincie verder onderzoek doen naar de (on)mogelijkheden voor deze buisleidingen.  

Als laatste is een verkenning naar de benodigde capaciteit voor de Brainportregio opgenomen. De groei van die regio gaat dusdanig snel dat tijdige aanleg van de benodigde energie-infrastructuur noodzakelijk is. Een verkenning moeten uitwijzen of en welke uitbreiding(en) nodig zijn om te voorzien in voldoende transportcapaciteit.  

Afbeeldingen

Cookie-instellingen