"Bijzonder om mijn ervaring in te zetten voor de omwonenden van de Energie A16 windmolens"

Dominique Proksch
26 keer bekeken 0 reacties

Zoveel mogelijk waarde halen uit de windparken, om met lokale participatie de hele omgeving van Energie A16 te verduurzamen. Dat is, heel kort samengevat, de opdracht die Joris van der Geest meekreeg als directeur van Participatiefonds Wind A16.

Energieopwek

Windenergie

Of zoekt u

Communicatie

Als bruggenbouwer tussen de ontwikkelaars en de omwonenden is hij zonder twijfel één van de stuwende krachten van Energie A16. “Het participatiefonds is vandaag de dag nog niet erg bekend bij omwonenden, maar zal de komende 25 jaar een belangrijke rol gaan spelen in de energietransitie hier.”

Joris van der Geest heeft het participatiefonds waarvan hij directeur is, zelf uit de grond helpen stampen. “Het was mijn opdracht het belang van 25 procent lokaal eigendom in de windmolens voor de omgeving zeker te stellen. Op 3 april 2019 is een green deal getekend door de ontwikkelaars, gemeenten, provincie en vertegenwoordigers van omwonenden, waarin partijen afspraken dat 25% van het rendement van de windmolens naar lokale energieprojecten zou gaan. Ik moest de intentie van die green deal omzetten in juridische contracten en een heldere financiële structuur. Toen ik drie jaar geleden aan mijn opdracht begon, was er nog nergens zo’n structuur opgezet voor lokale participatie. We hebben de structuur samen met verschillende partners uitgewerkt: de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), maar ook de stichtingen en wijk- en dorpsraden die de lokale bewoners vertegenwoordigen en de ontwikkelaars van de windparken.

Van afspraken naar vertrouwen

“De motivatie om samen te werken, was noodzakelijk om het participatiefonds te doen slagen. Er waren aanvankelijk veel vragen en twijfels. Dat is logisch, uiteindelijk gaat het om een gedwongen huwelijk tussen partijen die elkaar niet kennen. Ik kon wel begrijpen dat niet elke ontwikkelaar stond te springen om 25 procent van het windpark af te staan. In het begin was er niets, alleen intenties die je op veel manieren kon uitleggen. Die hebben we in heel korte tijd op een zakelijke manier omgezet in harde afspraken. De rechten en plichten van elke partij zijn vastgelegd in contracten die elk ander investeringsfonds ook zou willen zien als 25-procentaandeelhouder. De ervaring die ik heb opgedaan als fondsmanager en investeerder bij grote financiële partijen heb ik kunnen gebruiken in het belang van de omwonenden.”

“Goede afspraken scheppen duidelijkheid. Vanuit die heldere, strikte afspraken is tussen de meeste partijen een goed onderling vertrouwen gegroeid. Er zijn persoonlijke relaties opgebouwd en we hebben een gezamenlijk doel: een zo goed mogelijk project realiseren. Het blijft een beetje een gedwongen huwelijk, maar de partners zijn vastbesloten er een langdurig huwelijk van te maken en nog 25 jaar met elkaar door te gaan.”

Belangen balanceren

De balans is volgens Joris cruciaal om het participatiefonds te laten slagen. “Iedereen realiseert zich dat lokale participatie belangrijk is. Mensen zijn bereid de lasten van de energietransitie mee te dragen en begrijpen over het algemeen best dat er veel windmolens nodig zijn. Maar dan moet ook een eerlijk deel van de opbrengst bij de omgeving terechtkomen. Aan de andere kant mogen we niet vergeten dat een windproject ontwikkelen bijzonder complexe materie is. De windontwikkelaars zijn daar heel goed in, we hebben hen nodig. In het begin zijn de risico’s groot: van elke tien initiatieven krijgen uiteindelijk maar een paar een definitieve vergunning. Het is logisch dat ontwikkelaars daar rendement uit moeten halen om dat belangrijke werk te kunnen blijven doen.”

“De BOM speelt een cruciale rol in het verzoenen van die twee groepen; ontwikkelaars en de bewoners in de omgeving. Windparken hebben een lange en onzekere aanlooptijd. Je kan niet verwachten dat omwonenden in ruil voor een deel van de opbrengst 7 jaar lang tijd en geld steken in een project dat er misschien nooit komt. En een windontwikkelaar kan niet overweg met duizenden omwonenden die in de onzekere beginfase mee investeren. Je moet dus een oplossing vinden voor die beginperiode. De BOM heeft Energie A16 op de rails gezet en het kapitaal ingezet om 25 procent van de ontwikkelingskosten te dragen.”

“Nu bereiken we de fase van de zogenaamde financial close. Bij zulke projecten krijg je de financiering van de banken pas als alles vergund is en alle contracten definitief zijn. Daar zijn we nu bijna voor alle windparken langs de A16. Na de financial close beginnen de bouwwerkzaamheden.  Het is mijn opdracht om namens de minderheidsaandeelhouder – het participatiefonds – na het hele ontwikkelingsproces ook het bouwproces in de gaten te houden. Pas na een succesvolle bouwperiode ontvangen we als aandeelhouder rendement op onze investering. Dat rendement gaan we besteden aan verduurzaming van de omgeving.”

Drie keer vooruitgaan

“We gaan het geld uit de windparken dat terechtkomt bij het participatiefonds niet gratis weggeven aan lokale projecten”, benadrukt Joris. “De middelen zijn niet eindeloos, dus we moeten het geld zo slim mogelijk inzetten. Het gaat om lokale energieprojecten die energie besparen of zelf energie opwekken. Het isoleren van woningen is een concreet voorbeeld waarmee we aan de slag willen. Het idee is dat wij de investering doen en dat de bewoners dat terugbetalen via een maandelijkse bijdrage. Die bijdrage is altijd lager dan het bedrag dat ze maandelijks besparen op hun energierekening. Ze gaan er dus op vooruit. Drie keer zelfs. Je krijgt meer comfort, je krijgt een lagere energierekening én je draagt bij aan de energietransitie en de strijd tegen de klimaatopwarming.”

“We ontzorgen de bewoners volledig. Veel mensen willen hun woning wel verduurzamen, maar ze weten niet waar ze moeten beginnen. Welke installateur moeten ze kiezen? Is die wel te vertrouwen? Betalen ze niet te veel? Wij verlossen hen van dat gedoe. De hoogste drempel voor het verduurzamen van woningen is niet altijd geld, maar vaak ook het gedoe eromheen. Dat nemen wij voor onze rekening.”

Een deel van het geld dat in het participatiefonds terecht komt, gaat naar het verduurzamen van woningen. Een ander deel gaat naar collectieve projecten. “Denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen of zonnecollectoren op grote daken waar meerdere buurtbewoners aan mee kunnen doen. We hebben één belangrijke voorwaarde voor die projecten”, legt Joris uit: “Elk project moet zichzelf financieel terugverdienen. Het participatiefonds is geen eenrichtingsverkeer. Het geld dat erin gestoken wordt, komt ook weer terug. En zo kunnen we de 25 jaar dat de windparken draaien, het tempo steeds verder opvoeren en steeds meer woningen verduurzamen. Alle bewoners langs de A16 moeten in die tijd een kans krijgen om mee te doen.”

Dit is een artikel uit de kwartaalnieuwsbrief van Energie A16.

Publicatiedatum: 13-10-2021

Afbeeldingen

Over Energiewerkplaats Brabant

De energiewerkplaats is een platform voor professionals betrokken bij de energietransitie in Noord-Brabant. Niet alleen op provinciaal niveau, maar ook op regionaal en lokaal niveau. Een platform om samen te werken, elkaar te vinden en van elkaar te leren.

 Volg ons op LinkedIn
 Inschrijven nieuwsbrief

 
Cookie-instellingen